Kalibreren of niet? De basis voor betrouwbare temperatuurmetingen
Niet iedere toepassing vraagt om een gekalibreerde temperatuurlogger. Vaak is het voldoende dat een logger trends laat zien of een alarm geeft als waarden afwijken. Toch zijn er situaties waarin de nauwkeurigheid van de meting zelf belangrijk wordt. Denk aan validaties, audits of kwaliteitscontroles waarbij meetresultaten aantoonbaar juist moeten zijn.
Inhoudsopgave
Wat houdt kalibratie in?
Bij een kalibratie wordt de meting van een temperatuurlogger gecontroleerd aan de hand van een werkstandaard: een referentie-instrument waarvan de meetwaarden herleidbaar zijn naar internationale standaarden. Op die manier wordt vastgesteld of de logger binnen de gewenste specificaties meet en hoe groot de eventuele afwijking is.
Afhankelijk van de behoefte levert Re5al drie vormen van documentatie:
Meetrapport
Een overzicht van de gemeten waarden per temperatuurpunt, inclusief de afwijking ten opzichte van de werkstandaard.
Kalibratiecertificaat met meetonzekerheden
Hierbij wordt voor elk temperatuurpunt niet alleen de afwijking vastgesteld, maar ook de bijbehorende meetonzekerheid berekend. Deze waarde geeft aan binnen welke marge het meetresultaat betrouwbaar is en vormt daarmee een belangrijke onderbouwing bij kwaliteits- en auditsystemen.
ISO 17025-kalibratiecertificaat
Uitgevoerd door onze geaccrediteerde partner. De werkwijze is gelijk aan die van het kalibratiecertificaat met meetonzekerheden, maar dit document is voorzien van het RvA-logo als formele erkenning van de accreditatie.
We kalibreren temperatuurloggers van verschillende merken, ook wanneer deze niet bij ons zijn aangeschaft. Onze werkstandaarden zijn herleidbaar naar internationale normen, zodat iedere kalibratie traceerbaar en geschikt is als onderbouwing binnen kwaliteits- of auditsystemen.
Ook de temperatuurloggers van Dickson en Lascar kunnen op dezelfde manier worden gekalibreerd.
Wanneer is kalibratie waardevol, en wat levert het op?
Kalibratie is vooral relevant in omgevingen waar temperatuurmetingen invloed hebben op kwaliteit, veiligheid of naleving van voorschriften. Denk aan koelruimtes met medicijnen, validatie van klimaatkamers of audits binnen HACCP- en GMP-processen. In zulke situaties is het niet genoeg dat een logger afwijkingen registreert; de meting moet aantoonbaar juist zijn binnen een bekende marge.
Door de meting te vergelijken met een werkstandaard wordt zichtbaar hoe groot de afwijking is. Dat geeft inzicht in de betrouwbaarheid van de geregistreerde temperaturen en voorkomt discussie tijdens audits of controles.Â
Het resultaat: meer vertrouwen in de meetdata en in de beslissingen die daarop worden gebaseerd.
Hoe vaak kalibratie nodig is, hangt af van het gebruik. In gecontroleerde omgevingen zoals laboratoria, validatieprojecten of gekoelde opslag is periodieke kalibratie wenselijk om de betrouwbaarheid te kunnen aantonen. Wanneer de metingen vooral bedoeld zijn om trends te volgen, volstaat in de meeste gevallen een eenmalige controle.
Conclusie
Kalibratie is geen verplicht onderdeel van iedere temperatuurmeting. Het is wel de methode om aan te tonen dat een logger binnen de vastgestelde marges meet. Daarmee vormt kalibratie een betrouwbare basis voor kwaliteitscontroles, validaties en audits.